In dit artikel geven we enkele interessante tips en tricks hoe Richard Sanders een cultuurwater benaderd...

Lokvoer of pellets

Een belangrijk detail is het gebruik van lokvoer of pellets tijdens een vissessie. Het verschil tussen lokvoer en pellets is volgens Richard het wolkend effect dat lokvoer wel heeft in tegenstelling tot de pellets. Het wolkende effect van lokvoer kan in het begin van de sessie sneller de vis lokken dan pellets. Het nadeel van te veel wolkend voer is dat de voerstek te groot wordt. Het voer komt verspreid rond de method feeder te liggen. De vissen die aangelokt worden gaan azen op de zwevende voerdeeltjes met als gevolg meer lijnzwemmers of vals gehaakte vissen.

De vissen die aangelokt worden met lokvoer kunnen gaan azen op de zwevende voerdeeltjes met als gevolg meer lijnzwemmers of vals gehaakte vissen.

Pellets daarentegen zijn zwaarder en zullen minder snel van de bodem opdwarrelen. De voerstek blijft kleiner met als gevolg dat de vissen beter gehaakt worden. Hiermee is meteen een slimme tactiek beschreven die kan worden ingezet als er losschieters ontstaan op een voerstek gemaakt met lokvoer...

Pellets daarentegen zijn zwaarder en zullen minder snel van de bodem opdwarrelen.

Formaat method

De afmeting, het gewicht en het type method feeder is eveneens een belangrijk detail volgens Richard, maar het besluit hierin is toch vaak een gevoelskwestie en afhankelijk van veel variabelen. Het verschil tussen een kleine en een grote method feeder komt vooral in beeld als er op een water wordt gevist waar grotere vissen zwemmen en waar minder vaak frequent ingeworpen dient te worden om meer rust te bewaren op de stek. Een grote feeder kan ook uitkomst bieden op dagen dat de vis extreem los is en er simpelweg veel voer nodig is. Volgens Richard is het belangrijk om aan het begin van de sessie met een zo klein mogelijke method te beginnen. Vaak is het eerst zaak om een sector te vinden waar de vis aast.

Links de Alloy Method, rechts de Alloy Open End Method Feeder.

Tijdens het afvissen en zoeken naar een goede sector in het beginstadium van de sessie, zijn ook de lijnzwemmers een indicatie hoeveel voer er gebracht kan worden en dus ook bepalend in het formaat van de method feeder. Zijn er weinig tot geen lijnzwemmers merkbaar, dan kan dit vertaald worden naar passieve vissen die nauwelijks actief zwemmen en azen. Weinig voer, een kleine method en minder vaak inwerpen zijn dan keuzes die in beeld komen. Komen er echter continue lijnzwemmers, dan duidt dit op actieve vis en kan er iets meer risico genomen worden in de voerhoeveelheid of het formaat van de method feeder. Daarnaast is er nog het verschil tussen de  Alloy Open Method Feeder en de Alloy Method Feeder van Matrix.

De Alloy Method Feeders hebben het meeste gewicht voorin waardoor er een betere balans is tijdens de worp.

 De Alloy Method Feeder dient veelal met meer voer gevuld te worden (via de mal) voor een optimale werking. De Alloy Open End Method Feeder kan met een minimale voerhoeveelheid gevuld worden en daarbij al super effectief zijn. Vanwege de opstaande rand van de Alloy Open End Method Feeder, blijft de voerplek super compact hetgeen een voordeel kan zijn bij moeilijke omstandigheden zoals in de winter of bij weinig bijtlust. Indien de vis goed aast en er meer voer wenselijk is, dan komt de Alloy Method Feeder in beeld. Beide modellen hebben het gewicht voorin gecentreerd. Dit bevorderd de stabiliteit tijdens de worp waardoor er accurater kan worden gevist. Het voerplekje zo klein als mogelijk houden is een belangrijk onderdeel van Richard’s tactiek.

Richard voert met 2 mm pellets en als haakaas gebruikt hij een 6 of 8 mm pellet die in een baitbandje aan de hair wordt bevestigd.

Lijnzwemmers

Zoals gezegd geven lijnzwemmers een indicatie voor wat betreft de activiteit van de vis. Richard gebruikt daarom ook het liefst een zo ’n soepel mogelijk feedertop van 1 OZ. De Matrix Horizon, de hengel die Richard voor deze visserij gebruikt, wordt geleverd met een 1 en 1,5 OZ verwisselbare top. Deze hengel blinkt uit in zijn soepele, dempende actie waardoor er ook met kleinere haakmaatjes kan worden gevist. Stuggere hengels laten dit vaak niet toe.

De indicatie van lijnzwemmers is voor Richard uiterst belangrijk. Het verraad namelijk de activiteit van de vis en bepaalt in hoge mate de tactiek die wenselijk is.

Om meer demping te krijgen tijdens een dril, kan er ook worden gekozen om een verwisselbaar Elasticated Tube in het Alloy Method systeem te monteren. In deze holle Tube is een kort stuk elastiek gemonteerd waaraan de onderlijn en hoofdlijn kan worden bevestigd. Het elastiek zorgt voor extra demping wat van pas kan komen in situaties waarin voorzichtiger gedrild moet worden. Niet alleen de hengel of een Elasticated Tube levert een bijdrage aan de demping tijdens de dril, de nylon lijn heeft hierin ook een belangrijk aandeel.

Om meer demping te krijgen tijdens een dril, kan er ook worden gekozen om de verwisselbare Elasticated tube in het Alloy Method systeem te monteren. Deze tube is er in verschillende lengtes.

Richard vist graag met 0.23 mm tot maximaal  0.25 mm Carp Master nylon tijdens de visserij met de method feeder. Volgens Richard zijn deze lijn diameters in balans met de Carp Master feeder. Hoe dikker de lijn, des te meer druk is er nodig om de dempingskwaliteiten van de lijn te benutten. Daarnaast is een dikkere lijn meer windgevoelig en geeft tijdens de worp meer weerstand hetgeen ten nadele is om accuraat te kunnen vissen.

De Horizon X Reel 3000 is voorzien van 0.23 mm Carpmaster nylon. Deze lijn geeft veel demping waardoor er met kleinere haken kan worden gevist.

Timen van aanbeten

Tijdens het method vissen op kleine karpertjes is Richard altijd bezig om een ritme te vinden. Een belangrijk detail hierin is het moment waarop opnieuw wordt ingeworpen. Dit moment wordt bij veel vissers gevoelsmatig gekozen, maar op slechtere dagen blijkt het vaak wenselijk om dit secuur en bijna feitelijk te benaderen. De tactiek hierin is het timen vanaf de inworp totdat er een aanbeet volgt. Soms ontstaat er een patroon waarin na een periode van 20 minuten pas een aanbeet volgt. In zo ’n situatie is de vis na de inworp kennelijk tijd nodig om het aas te vinden of daadwerkelijk te pakken. In deze situatie is het dus raadzaam om altijd die 20 minuten volledig uit te vissen voordat je opnieuw gaat inwerpen.

Vaak kan er een patroon worden ontdekt dankzij het timen van de aanbeten.

Haakaas: Dode maden

De laatste tip van Richard is het gebruik van dode maden tijdens het vissen met de method feeder. Doordat de maden dood zijn, blijft de haak mooi in de methodfeeder liggen. De visuele prikkel van witte maden mag tevens niet onderschat worden. Om deze reden prikt Richard graag drie tot vier dode maden op de haak. Bij het vissen met drie dode maden kiest Richard voor haakmaat 16. Deze haakmaat heeft bij drie dode maden nog voldoende ruimte om goed te prikken. Veelal wordt er op karperputten of cultuurwater met boilies of pellets gevist en is er sprake van negatieve aasdressuur. Dode maden zijn, zeker in de koudere maanden, de eerste keuze van Richard en kunnen de aanwezige aasdressuur op boilies en pellets, doorbreken. Dode maden creëer je door de maden één tot twee dagen onder water te zetten en te bewaren in de koelkast. Belangrijk is om de maden continue onder water te houden en dit regelmatig te verversen. Zodoende blijven de dode maden nog weken lang goed houdbaar.

Dode maden kunnen op zwaar beviste karper vijvers dressuur doorbrekend zijn.